500 of 1000?
Actueel 28 november 2022

500 of 1000?

Waaraan denk je bij het lezen van deze titel? Misschien wel aan het aantal collega’s dat ze gaan onderbrengen in jullie nieuwe landschapskantoor? Of aan het aantal dagen of maanden tot aan je pensioen? Of misschien aan het bedrag van je loonsverhoging op het einde van de maand?

Allemaal mis! De titel heeft te maken met verlichting in bureauruimtes. Het gaat om waarden van lichtsterkte:  500 lux en 1000 lux.

 

Lux? Wat is dat?

De lux is een meeteenheid voor de lichtsterkte die op een oppervlak valt. Die lichtsterkte wordt gemeten aan de hand van een luxmeter (afbeelding 1). Zo levert een meting van de verlichting van een straat tijdens een nacht met volle maan waarden op die rond 1 lux liggen, terwijl dezelfde meting overdag met een stralende zon waarden van meer dan 100 000 lux kan opleveren. 

Figuur 1 - Luxmeter


Past het oog zich aan?

Het menselijk oog kan zich aanpassen aan die grote verschillen in lichtsterkte doordat de spieren van de iris samentrekken. Dat spiermechanisme maakt het mogelijk om de diameter van de pupil te vergroten of te verkleinen, een beetje zoals bij het diafragma van een fototoestel (afbeeldingen 2 tot 4). Die aanpassing van het oog is zeer effectief, maar dagelijkse slechte lichtomstandigheden gedurende langere perioden kunnen leiden tot problemen met het waarnemen van visuele informatie en tot vermoeide ogen tot zelfs hoofdpijn.

Figuur 2 - Iris en pupil van het menselijk oog

Figuur 3 
Zwakke verlichting: grote pupil

Figuur 4
Sterke verlichting: kleine pupil


Een norm over verlichting?

Om te helpen bij het kiezen voor een kwaliteitsvolle verlichting stelt de norm "NBN EN 12464-1: 2021 – Lighting of work places – Part 1: Indoor work places" (die de oude norm NBN 12464-1: 2011 vervangt) voor verschillende activiteiten en lokalen aangepaste waarden voor lichtsterkte voor.

De aanbevelingen gaan bijvoorbeeld over de verlichting van kleedkamers, rustlokalen, administratieve lokalen (kantoren), enz. Deze norm wordt ook vermeld in de codex over het welzijn op het werk (boek III, titel 1, hoofdstuk 3) betreffende de basisvereisten in verband met verlichting op de arbeidsplaatsen. Ze dient als referentie voor de risicoanalyse die de werkgever moet uitvoeren om ongevallen en vermoeide ogen te voorkomen.
 

Verlichting van de kantoren?

Zo stelt deze norm voor kantoorwerk met een beeldscherm als referentiewaarde een minimale verlichting van 500 lux voor heel het werkoppervlak voor (het betreft een gemiddeld verlichtingsniveau). Ten opzichte van de oude versie van 2011 meldt de norm echter dat de lichtsterkte in sommige gevallen tot 750 lux of zelfs tot 1000 lux kan gaan. De nieuwe norm lijkt gebaseerd te zijn op studies die rekening houden met oudere werknemers. De oude norm richtte zich eerder op een jongere doelgroep, die minder gevoelig is voor zwakke verlichting. Bij oudere werknemers is er een grotere nood aan verlichting om gemakkelijk te zien. De geleidelijke vertroebeling van de lens verklaart dat 25% van die gevoeligheid verloren gaat tussen 20 en 60 jaar. Voldoende en aangepaste verlichting is dus onmisbaar, vooral om het lezen van de documenten en informatie op het werkblad van het bureau te vergemakkelijken bij personen ouder dan 45 jaar ("oudere werknemers").

 

500 lux of 1000 lux ?

De belastende factoren in de werksituatie zijn de volgende:

  • aanzienlijk werktempo
  • nood aan verhoogde concentratie
  • abnormaal kleine afmetingen van het te lezen materiaal
  • een langdurige taak
  • gebrek aan natuurlijk licht
  • een zwak gezichtsvermogen van de gebruiker
  • enz.

Bij blootstelling aan één of twee van deze belastende factoren zal de gemiddelde minimale verlichting van de werkzone moeten worden verhoogd tot 750 lux of zelfs tot 1000 lux wanneer meerdere parameters aanwezig zijn.

De titel van dit artikel ("500 of 1000") verwijst dus naar de aanpassing van de nieuwe norm betreffende de waarde van 500 lux, die traditioneel door preventieadviseurs wordt voorgesteld voor kantoorwerk. Die waarde moet worden aangepast aan de individuele situaties. We zullen dus benadrukken dat het belangrijk is te zorgen voor de mogelijkheid om de lichtsterkte te regelen, door een lichtregelaar te plaatsen (bijvoorbeeld een dimmer) of eventueel door aanvullende individuele verlichting op het werkblad ter beschikking te stellen voor oudere werknemers.

Zijn er andere factoren om rekening mee te houden?

De hoeveelheid licht afkomstig van natuurlijk licht of kunstlicht is slechts één van de te onderzoeken parameters voor visueel comfort. Voor visueel comfort moeten er ook andere factoren beschouwd worden waar het gaat om de verlichting. Dan hebben we het bijvoorbeeld over contrasten, verblinding en weerkaatsing, kleurtemperatuur, kleurweergave, uniformiteit, verdeling van de verlichting, gezichtsvermogen en leeftijd van de gebruikers…

Hoe kan een ergonoom helpen?

Maar ook waar de norm strikt nagevolgd worden, blijven er soms klachten rond hinder en vermoeide ogen.

In veel gevallen is een analyse van de werksituatie door een preventieadviseur-ergonoom noodzakelijk, zowel bij het ontwerpen als bij het aanpassen van een werkpost. Het team van ergonomen bij Cohezio kan je daarbij helpen. Contacteer fos@cohezio.be voor verdere info.

 

Jean-Philippe Demaret
Preventieadviseur-ergonoom (Eur.Erg.)
Licenciaat kinesitherapie en lichamelijke opvoeding