De vrijwilliger: juridische en welzijnsaspecten
Thematische artikels 23 juni 2022

De vrijwilliger: juridische en welzijnsaspecten

Vrijwilligerswerk is belangrijk in onze maatschappij.  De Covid-19-pandemie heeft dit duidelijk bewezen.  Doorheen de pandemie werd er massaal een beroep gedaan op vrijwilligers, die zich al even massaal aandienden.
Vrijwilligers weten vaak niet dat sinds 2005 een wet werd aangenomen waarbij de vrijwilliger een duidelijk statuut werd toegekend, dat de rechten van de vrijwilliger precies vastlegt.  

Wat is een vrijwilliger?

Een vrijwilliger is iemand die voor een organisatie, onbezoldigd en onverplicht een taak of activiteit uitvoert ten behoeve van derden.  Er bestaat geen verbintenis tussen een vrijwilliger en een organisatie.  Dit betekent dat het engagement om vrijwilligerswerk uit te voeren, niet afgedwongen kan worden.  Een vrijwilliger kan dus altijd beslissen om het werk niet uit te voeren of stop te zetten.  Anderzijds betekent dit geen vrijgeleide om te doen en te laten wat men wil.  Alvorens het vrijwilligerswerk te starten zal de organisatie de vrijwilliger moeten inlichten over de aard van de activiteiten en hoe deze uitgevoerd moeten worden.

Vrijwilligerswerk kan uitgevoerd worden voor elke feitelijke vereniging of private of publieke rechtspersoon zonder winstoogmerk. Commerciële organisaties kunnen daarentegen geen beroep doen op vrijwilligers.
 

Informatieplicht

De organisatie zal de vrijwilliger niet alleen moeten inlichten over de activiteiten en de manier waarop deze moeten uitgevoerd worden, maar ook over het al dan niet verzekerd zijn en over welke vergoedingen en onkosten dienen te worden uitbetaald voor de uitvoering van het vrijwilligerswerk.  Men moet de vrijwilliger ook informeren dat hij verbonden kan zijn aan de geheimhoudingsplicht of het beroepsgeheim zoals dit opgenomen is in het strafwetboek.  

Aangezien de organisatie een bewijs moet kunnen leveren dat deze informatie werd meegedeeld, is het best dat deze informatie wordt verstrekt in de vorm van een document dat door de vrijwilliger voor ontvangst wordt ondertekend. 
 

Wat met de aansprakelijkheid van de vrijwilliger en de organisatie?

Voor wat betreft de aansprakelijkheid, gelden dezelfde regels als voor de werknemer: de organisatie is aansprakelijk voor alle schade die een vrijwilliger tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk heeft veroorzaakt, behalve wanneer het gaat om bedrog, een zware fout of een lichte fout van de vrijwilliger die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.   Kortom, de vrijwilliger die een fout maakt en hierdoor schade toebrengt aan een derde, kan hiervoor niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.  De wet verplicht de organisaties dan ook om een verzekering af te sluiten die ten minste de burgerlijke aansprakelijkheid dekt. 

Er bestaan evenwel uitzonderingen op deze regel.  De feitelijke verenigingen die geen personeelsleden in dienst hebben of die geen deel uitmaakt van een groter geheel, kunnen als vereniging aansprakelijk worden gesteld.  Dit betekent dat alle individuele leden aansprakelijk kunnen gesteld worden voor de schade.   Ook de schade die men zelf oploopt wordt niet gedekt door de verplichte verzekering. 

Naast de wet die het statuut van de vrijwilliger regelt, bestaan er op het niveau van de gemeenschappen en gewesten ook wettelijke regels die de organisaties verplichten om een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en een verzekering voor lichamelijk schade geleden door vrijwilligers bij ongevallen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op de weg van en naar het vrijwilligerswerk, af te sluiten. 

 

Het welzijn van de vrijwilliger

De wet betreffende het welzijn van de werknemers op het werk en de bepalingen van de codex welzijn over het werk, zijn niet van toepassing op de vrijwilligers.  De welzijnswet bepaalt immers dat de wet enkel van toepassing is op de werkgever en zijn werknemers. Onder het begrip werknemers vallen de personen die, al dan niet krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander persoon of werkgever. Deze gezagsrelatie ontbreekt bij de vrijwilliger. Dit betekent dat de bepalingen inzake preventie en bescherming op het werk (zoals risicoanalyse, preventieve maatregelen en alle wettelijke bepalingen betreffende de medische onderzoeken) niet van toepassing zijn.

In uitzonderlijke gevallen kan er bij de vrijwilliger toch sprake zijn van een gezagsrelatie. Dit is het geval bij de vrijwillige brandweerlieden.

Ondanks het feit dat een vrijwilliger niet valt onder de welzijnswet, kan de vrijwilliger blootgesteld zijn aan dezelfde risico’s als de werknemers. Het is daarom aan te raden om erop toe te zien dat op het vlak van veiligheid en gezondheid van de vrijwilligers alle verplichtingen met betrekking tot het welzijn op het werk worden nageleefd. In het bijzonder gaat het over het nemen van collectieve maatregelen, zoals het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen, informatie en opleidingen.

 

Johan VAN MIDDEL
Juridisch expert bij Cohezio