Een bord vol kleur
Als je een appel doorsnijdt en laat liggen, wordt hij automatisch bruin. De appel oxideert immers door het contact met de lucht. Voeg je echter citroensap toe, dan wordt hij niet bruin. Dat komt doordat citroenen veel vitamine C en dus antioxidanten bevatten. Antioxidanten counteren de “aanvallen” van de vrije radicalen die in de lucht zitten en het zijn net die vrije radicalen, die voor het oxidatieproces zorgen.
Oxidatie gebeurt ook in ons lichaam. Dat komt in contact met vrije radicalen en produceert er zelf tijdens een proces dat celademhaling wordt genoemd. Om onze cellen tegen deze aanvallen te beschermen, hebben we antioxidanten nodig en die halen we uit onze voeding, hoofdzakelijk uit fruit en groenten.
Er bestaan verschillende antioxidanten: vitamine C, vitamine E, vitamine A, selenium, koper, zink maar ook carotenoïden en polyfenolen. Dat zijn de plantaardige pigmenten. Laat je niet misleiden door hun vreemde namen, ze zijn zeer nuttig!
Om zoveel mogelijk antioxidanten binnen te krijgen, is het dus belangrijk om kleurrijk voedsel te eten.
Tomaten, rode paprika's, pompelmoes, aardbeien, kersen, maar ook rode bieten en radijsjes bevatten een rood pigment afkomstig uit lycopeen, een carotenoïde.
Deze antioxidant versterkt het immuunsysteem en voorkomt hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker.
Naargelang de kleur, geel of oranje, bevatten sommige groenten andere soorten carotenoïden:
Bètacaroteen is een krachtige antioxidant en een precursor van vitamine A. Je vindt deze antioxidant terug in oranje groenten, bijvoorbeeld in wortelen, pompoen, zoete aardappelen, meloenen, abrikozen en perziken.
Luteïne geeft de gele kleur aan sommige voedingsmiddelen: ananas, gele paprika's, bananen, enz.
Deze twee carotenoïden zijn uitstekend voor de ogen, de huid en de groei van ons beendergestel. Bovendien helpen ze celveroudering tegen te gaan.
Groenten met een heldere kleur, gaande van wit tot kastanjebruin bevatten anthoxanthine. Deze carotenoïde heeft een beschermende werking tegen hart- en vaatziekten en stimuleert het immuunsysteem. Je vindt ze terug in bloemkool, rapen, champignons, pastinaak en aardpeer.
Groene fruitsoorten en groenten zoals spinazie, broccoli, boerenkool, courgette, komkommer of kiwi zijn uitstekende bronnen van chlorofyl. Chlorofyl bevordert de spijsvertering en versterkt het immuunsysteem.
Deze verrassend gekleurde voedingsmiddelen, variërend van blauw tot paars, bevatten anthocyanen. Dat zijn een soort polyfenolen met ontstekingsremmende en antimicrobiële eigenschappen.
Ze komen voor in aubergines, pruimen, bramen, bosbessen, vijgen, granaatappels en blauwe druiven.
Voedingsmiddelen met verschillende kleuren ... Gele, groene of rode paprika? Groene, rode of gele appel? Groene of gele kiwi? Snijbiet in alle kleuren? Tussen de verschillende kleuren paprika’s is er weinig verschil in voedingswaarde. Wat echter wel verschilt naargelang de kleur, zijn de pigmenten! Je vindt dus niet precies dezelfde antioxidanten in een groene, gele of rode paprika. Daarom is het interessant om kleuren te mengen en bijvoorbeeld eens af te wisselen tussen gele, groene of rode appels. Opgelet: de antioxidanten in appels zitten vooral in de schil. |
Zorgen voor een kleurenpalet in je bord is een uitstekende manier om evenwichtiger te eten en voldoende verschillende antioxidanten binnen te krijgen. Bovendien eet je ook met je ogen... Een kleurrijke maaltijd betekent dus ook extra genieten en jezelf verwennen!
Astrid Bovesse
Diëtiste bij Experconsult