spmt-arista

De onmiddellijke en langetermijngevolgen van blootstelling aan overmatig geluid, zoals stress, verminderde concentratie en gehoorscherpte zijn goed gekend.

 

 

De werkgever moet dan ook de nodige preventiemaatregelen nemen. Te beginnen bij een aanpak van het geluid bij de bron. Waar nodig moeten collectieve beschermingsmaatregelen getroffen worden.
Indien een risico blijft bestaan ondanks het nemen van deze preventiemaatregelen,  dan dringt het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBMs) zich op.


Grenswaarden

  • Onder de 80 dB(A) is er geen risico voor het gehoor.
  • Tussen de 80 dB(A) en de 90 dB(A) bestaat er een mogelijk risico voor het gehoor.
  • Boven de 90 dB(A) is het risico voor het gehoor bewezen.


Wat zegt de wetgeving ?

Het K.B. van 16/01/2006 betreffende de bescherming van werknemers tegen lawaai op het werk baseert zich op de effecten van het geluidsniveau:

Van zodra de werknemer blootgesteld wordt aan geluid van meer dan 80 dB(A) – (gemiddelde intensiteit gedurende een tijdspanne van 8 uur),  is de werkgever verplicht persoonlijke beschermingsmiddelen te voorzien voor de werknemers.

Van zodra de werknemer blootgesteld wordt aan geluid van meer dan 85 DB(A) is de werknemer verplicht het persoonlijk beschermingsmiddel te dragen.

De grenswaarde voor blootstelling mét persoonlijke beschermingsmiddelen ligt op 87 dB(A).
 

Enkele belangrijke beginselen

  • De dempingswaarde

De dempingswaarde of SNR (Single Number Rating) is de vermindering van de gemiddelde geluidsintensiteit, wanneer de gehoorbescherming gedragen wordt.

Deze waarde houdt rekening met de dempende werking die bij het dragen van de gehoorbescherming gemeten waargenomen werd voor de gehoorbescherming in elke frequentieband, van de meest hoge tot de meest scherpe frequenties.

De verschillende types persoonlijke beschermingsmiddelen kennen een dempingswaarde tussen de 15 en de 37 dB.

Om een zo efficiënt mogelijke bescherming te bekomen is het aangewezen om bij de keuze van de PBM de dempingswaarden van de verschillende types gehoorbescherming te vergelijken met de geluidsniveau's voor elke frequentie.

  • Hoe kan het omgevingsgeluid ingeschat worden ?

Door te meten : Deze methode geeft een indicatie van het geluidsniveau dat vastgesteld werd op het moment van de meting. De kwaliteit van het apparaat, de variabiliteit van het geluidsniveau en de duur van de meting bepalen de representativiteit van de meting. 

In het geval van machines : De normen leggen de fabrikanten op het geluidsniveau tijdens de werking van de machine aan te geven op een blauw waarschuwingsetiket op het product, alsook in de gebruiksaanwijzing. Dit is dus een snelle en betrouwbare manier om het geluidsniveau van een apparaat te weten te komen.
 

  • Geen bijkomende risico’s uitlokken

Men moet er voor waken dat de gehoorbescherming geen bijkomende risico's uitlokt. Bijvoorbeeld in bepaalde omstandigheden moet men elkaar nog steeds kunnen verstaan doorheen het lawaai. Bepaalde oorkappen en oordopjes zijn daarom voorzien van membranen of filters die stemfrequenties doorlaten. Deze bescherming wordt ‘actief’ genoemd.
 

  • De verschillende types gehoorbescherming 

Flexibele oordopjes : voor éénmalig gebruik of beperkt hergebruik. Gemaakt van comprimeerbaar materiaal.


Voorgevormde oordopjes: van silicone of rubber. De maat moet aangepast zijn aan de gebruiker. Herbruikbaar.


Gehoorbescherming op maat van het individu :  kost meer, gaat echter meerdere jaren mee, kan voorzien worden van filters adequaat voor het omgevingsgeluid. Comfortabeler dan niet-gepersonaliseerde oordopjes.

Geluidswerende oorkappen : ze nemen meer plaats in en kunnen ook voor hinderlijke warmte zorgen. Om deze redenen zijn oorkappen enkel aan te raden voor kortstondig gebruik. Bepaalde oorkappen zijn voorzien van radiocommunicatie of andere actieve performante beschermingen.


 

  • Keuzecriteria

Gebruikscomfort. De persoonlijke mening van de gebruikers is onmisbaar om dit criterium te evalueren. Door de gebruikers bij de keuze te betrekken, kan men het effectief dragen van PBMs later garanderen. 

Een aangepaste dempingswaarde. Volgens de norm EN 458 mag het waargenomen geluidsniveau bij het gebruik van gehoorbescherming niet onder de 70 dB(A) komen te liggen, omdat men onder deze waarde het risico loopt zich geïsoleerd te gaan voelen. Het geluidsniveau mag evenwel de 87 dB(A) niet overschrijden.
 

  • Voorlichting en opleiding

Een voorlichting van de gebruiker omtrent de risico’s van blootstelling aan geluid is steeds aan de orde.
De werknemer moet voldoende opgeleid zijn om de persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken.

  • Het onderhoud van gehoorbescherming

De oordopjes moeten onderhouden en schoongemaakt worden volgens de voorschriften van de fabrikant.
Het langdurig dragen van oordopjes kan leiden tot een ophoping van oorsmeer (verstopping). In dit geval is het belangrijk de gehoorgang regelmatig te reinigen.

 


Meer info

Koninklijk besluit van 16 januari 2006 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s
van lawaai op het werk (B.S. 15.2.2006)


 


Bernard Tordeur
Preventieadviseur risicobeheer