Langdurig zieken: responsabilisering van de werknemer én van de werkgever
Wetgeving 26 januari 2023

Langdurig zieken: responsabilisering van de werknemer én van de werkgever

In 2022 verscheen er diverse wetgeving rond de herinschakeling van werknemers in arbeidsongeschiktheid. De wet rond het “Terug naar Werk-traject” voorziet ook in de mogelijkheid om werknemers die niet actief meewerken aan hun socio-professionele re-integratie te sanctioneren.  Door een andere wetgeving, die onlangs verscheen, beoogt men nu ook de werkgever te responsabiliseren.

Responsabilisering werknemer

Enige tijd terug berichtten we al over de wetgeving rond het “terug naar werk”-traject, dat tot doel heeft arbeidsongeschikte werknemers die niet meer bij de eigen werkgever tewerkgesteld kunnen worden te begeleiden naar een functie bij een andere werkgever of bedrijfstak. Deze wetgeving voorziet ook in de mogelijkheid om de werknemer die hier niet actief aan meewerkt te sanctioneren.

Vanaf de vierde maand van diens arbeidsongeschiktheid kan de werknemer door het ziekenfonds worden opgeroepen voor een medisch onderzoek om diens restcapaciteiten te onderzoeken. Hij kan tevens uitgenodigd worden voor een gesprek met de Terug-naar-werk-coördinator van het ziekenfonds. (Deze oproep wordt vooraf gegaan door de uitnodiging een vragenlijst in te vullen die de adviserend arts van het ziekenfonds een beeld moet verschaffen over de mogelijkheid de werknemer sociaal-professioneel te reïntegreren, meer info over de precieze procedure vindt u hier)

De werknemer moet hieraan actief meewerken. Hij is verplicht om:

  • op verzoek van de adviserend arts de gegevens te bezorgen die noodzakelijk zijn voor de inschatting van zijn restcapaciteiten, evenals een gevolg te geven aan de uitnodiging van de adviserend arts voor een medisch onderzoek dat in voorkomend geval wordt georganiseerd als de voor deze inschatting van de restcapaciteiten vereiste gegevens niet worden bezorgd
  • een gevolg te geven aan de uitnodiging van de “Terug Naar Werk-coördinator” voor een eerste contactmoment in het kader van het voormelde “Terug Naar Werk-traject.

Indien de arbeidsongeschikte niet opdaagt op de uitnodiging voor een medisch onderzoek of een gesprek met de terug-naar-werkcoördinator, dan wordt per aangetekend schrijven een nieuwe datum voorgesteld. Geeft de werknemer hier geen gevolg aan, dan kan het dagbedrag van de uitkering van de arbeidsongeschikte gerechtigde verminderd worden met maximaal 2,5%. Pas wanneer hij of zij zelf contact opneemt met de adviserend arts om een nieuwe afspraak te maken, vervalt de sanctie.

Deze wetgeving is van kracht sinds 1 januari 2023 en is van toepassing op werknemers waarvan de primaire arbeidsongeschiktheid ten vroegste is ingegaan op die datum.

 

Responsabilisering werkgever

Ook voor de werkgever werd krachtens recente wetgeving een sanctionering ingevoerd rond arbeidsongeschiktheid. Het gaat om de Wet van 20 november 2022 houdende diverse bepalingen inzake responsabilisering van de werkgevers inzake invaliditeit en inzake alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Deze wet treedt retroactief in werking op 1 januari 2022 en is van toepassing voor arbeidsongeschiktheden vanaf die datum.

Bedoeling is de werkgever te responsabiliseren en ertoe te stimuleren in te grijpen wanneer zich onder diens werknemers een buitensporige instroom in de invaliditeit zou voordoen.

De werkgever in de private sector waarvoor dit het geval is zal elk kwartaal een responsabiliseringsbijdrage aan het RSZ moeten betalen. De opbrengst daarvan komt in het Fonds voor Bestaanszekerheid van de sector waartoe de onderneming behoort.
 

Hoe wordt bepaald of de instroom in invaliditeit “buitensporig hoog” is?

Elk kwartaal wordt een vergelijking gemaakt met ondernemingen uit dezelfde sector en met alle bedrijven uit de private sector in het algemeen. Het gemiddelde van het aantal intredes in het betrokken kwartaal (“kwartaal Q”), en in elk van de drie voorgaande kwartalen (“referentiekwartalen”) wordt vastgesteld in verhouding tot het aantal voltijds equivalenten in de overeenkomstige kwartalen van het vorige kalenderjaar.

Als buitensporig wordt beschouwd:

  • Wanneer minstens drie werknemers van dezelfde werkgever tijdens de referentiekwartalen in invaliditeit zijn gegaan voor minstens 12 maanden.
  • Een instroom die "X" maal zo hoog is als die van ondernemingen in dezelfde sector (de precieze invulling van X volgt bij later Koninklijk besluit)
  • Een instroom die "Y" maal zo hoog is als ondernemingen van de private sector in het algemeen. (de precieze invulling van Y volgt bij later Koninklijk besluit)

Enkel werknemers tussen 18-54 jaar, minstens drie jaar werkend in de onderneming, worden in aanmerking genomen bij de berekening. Het mechanisme is enkel van toepassing bij bedrijven met minstens 50 werknemers.
 

Wat is de sanctie?

De responsabiliseringsbijdrage wordt driemaandelijks betaald en bedraagt 0,625% van de bij de RSZ aangegeven bijdragelonen voor kwartaal Q-1 (op jaarbasis is dit 2,5%). De bijdragen worden samen met de vergoedingen voor het tweede kwartaal volgend op kwartaal Q (Q+2) geïnd door een debetnota.

Ondernemingen waarvan vastgesteld wordt dat zij met een buitensporige instroom in de invaliditeit te maken kregen, krijgen in eerste instantie een verwittiging: twee kwartalen op voorhand wordt verwittigd dat de kritische drempel zal worden overschreden. Zo kunnen zij passende maatregelen nemen.

Inspanningen om een snelle terugkeer naar het werk van werknemers in arbeidsongeschiktheid te stimuleren, zoals het aanvragen van een re-integratietraject voorzien in de Codex over Welzijn op het werk, kunnen hier een belangrijke rol spelen. U vindt alle informatie over de procedure van het re-integratietraject en de rol die Cohezio hier kan spelen op deze pagina.

 

Bronnen