spmt-arista

We spraken met dr Mathieu Versée, wetenschappelijk adviseur bij Cohezio, over de risico’s die overmatige koude met zich meebrengt en wat we er eventueel tegen kunnen doen.
 

 

 

Op welke manieren vormt de koude een risico ?

Voor mensen die lijden aan artrose en reuma kan de winter een verergering van de symptomen betekenen. Ook treden er over het algemeen frequenter lage rugpijn, nek- en schouderpijn, verrekkingen en verstuikingen op.

Daarnaast kan koude ook een ongunstige invloed hebben op hart- en vaatziekten (bloeddruk) en luchtwegen (astma, allerlei luchtwegeninfecties,… ).

Een aantal koude gerelateerde aandoeningen doen zich ook ter hoogte van de huid voor. Een voorbeeld is het fenomeen van Raynaud, een toestand waarbij de bloedstroom naar de handen en/of voeten vermindert. Hierbij worden de vingers eerst wit, dan blauw en tenslotte (bij opwarmen) rood. In de volksmond wordt ook wel gesproken van "dode vingers”. De aandoening is erg pijnlijk. Dit fenomeen treedt vooral op bij langdurig werken met trillende gereedschappen (bijvoorbeeld drilboren).

Bij wintertenen of winterhanden reageren de kleine bloedvaten te traag op temperatuurveranderingen (met name tijdens verwarming). Hierdoor ontstaat stuwing in de kleine haarvaatjes. Dit leidt tot blauwrode, pijnlijke, hevig jeukende zwellingen van tenen en/of vingers.

Daarenboven kan koude op zichzelf verantwoordelijk zijn voor een verhoogd aantal arbeidsongevallen. Dit valt te wijten aan o.a. het verminderd reactievermogen. Wat betreft de ongevallen op de weg van en naar het werk, herbergt het winterse wegdek natuurlijk ook vaak een aantal extra risico’s.


Hoe kunnen we al deze kwalijke gevolgen voorkomen ?

De werkgever dient een risicoanalyse uit te voeren van de  thermische omgevingsfactoren (KB van 04/06/2012). De werkgever stelt, wanneer de heersende temperaturen de wettelijke actiewaarden kunnen overschrijden, vooraf een programma op van “technische en organisatorische maatregelen”, dat voor advies wordt voorgelegd aan de bevoegde preventieadviseurs en aan het comité voor preventie en bescherming op het werk.

Ten eerste dient men zijn kledij aan te passen aan de klimatologische omstandigheden. Wind en regen kunnen de gevoelstemperatuur ernstig doen dalen en de hierboven beschreven effecten in belangrijke mate versterken.

Kies voor water- en windbestendige kledij. Natte kledij (sokken, handschoenen, mutsen,…) en schoeisel moeten best vervangen kunnen worden in de loop van de dag. Men dient minimaal drie lagen kleding te dragen. Alle lagen maar in het bijzonder de binnenste laag dienen vochtuitstotend  te zijn. Vooral de binnenste laag is best elastisch zodat ze ten allen tijde goed aan het lichaam (lage rug!) aansluit bij allerlei bewegingen. Voor de andere lagen voorziet men best kledij met ritsen zodat de afvoer van zweet kan aangepast worden aan de fysieke activiteit. Hou kouder, hoe dikker deze lagen. Men kan eventueel de eerste laag (dun) herhalen of een dikke fleece voorzien die veel lucht en warmte vast houdt. Voor langdurige werkzaamheden in regen en wind zijn waterdichte en dampdoorlatende vesten op basis van synthetische vezels het meest geschikt. 
 

Welke andere maatregelen zijn nodig ?

Contact met koude oppervlakken moet zoveel mogelijk vermeden worden. Vandaar het belang van kniebeschermers, best aangevuld met een isolerende plaat op de grond. Goede handschoenen zijn aangewezen. Kwalitatieve en schokwerende handgrepen op drilboren zijn eveneens aangewezen.

Probeer ook zoveel mogelijk de blootstellingsduur aan koude te verminderen, bijvoorbeeld door werken in open lucht af te wisselen met werken binnen. En tenslotte: een lekkere warme drank kan ook wonderen doen.

Hoe lichter het werk, hoe moeilijker de kou te verdragen is. Laat dus uw personeel niet te lang stilzitten of -staan in koud weer.

 

Over wettelijke verplichtingen gesproken : zijn er nog andere belangrijke verplichtingen in geval van koude buitentemperaturen ?

Het KB thermische omgevingsfactoren legt, naast het programma van technische en organisatorische maatregelen,  maatregelen vast bij overmatige koude in specifieke situaties.

Tussen 1 november en 31 maart moet de werkgever verwarmingsinrichtingen voorzien in arbeidsplaatsen in open lucht of in open lokalen, of eventueel in een andere ruimte waar de werknemers zich bij tussenpozen kunnen verwarmen. Deze moeten telkens in werking worden gesteld wanneer nodig, maar in elk geval wanneer het kouder wordt dan 5°C.

Werknemers die regelmatig buitenwerk moeten verrichten, moeten ook voorgelicht en opgeleid worden over de risico’s die dit met zich meebrengt.


Kan een werknemer omwille van buitenwerk onderworpen zijn aan het wettelijk verplichte gezondheidstoezicht?

 Inderdaad, wanneer men geregeld buitenwerk moet verrichten, is men mogelijks onderworpen aan een bijzonder gezondheidstoezicht. Immers uit de risicoanalyse kan blijken dat de werknemer dan aan een ‘welbepaald risico’ is blootgesteld, en voor ‘welbepaalde risico’s’ geldt een verplicht gezondheidstoezicht.


We hebben het nu over fysiek buitenwerk gehad, maar wat met de mensen die op een kantoor werken ? Worden zij voldoende beschermd tegen de winterse koude ?

Gelukkig beschermt ook hier het warme deken van de wet deze werknemers. Het K.B. rond thermische omgevingsfactoren legt minimumtemperaturen op, die afhankelijk zijn van de aard en zwaarte van het werk.

Voor het werken binnen bedragen de minimumtemperaturen 18°C,  bij wat omschreven wordt als ‘zeer licht werk’, tot 10°C bij ‘zeer zwaar werk’. Wij adviseren echter toch bij het ‘zeer licht werk’, het gebruikelijke bureauwerk, de temperatuur niet onder de 20° C te laten zakken.

Neem ook maatregelen tegen de tocht. Het thermisch comfort hangt immers niet enkel af van temperatuur, maar ook van factoren als luchtsnelheid, luchttemperatuur en relatief vochtigheidsgehalte. Ook daar bestaan normen over. Het binnenklimaat hangt natuurlijk ook voor een belangrijk deel af van hoe het gebouw werd geconstrueerd.

Over het algemeen willen we de ondernemingen adviseren een gedegen procedure op te stellen die vastlegt welke (technische en organisatorische) maatregelen er dienen genomen te worden in geval van koude door klimatologische oorzaken.

 

Lees meer op beswic.be