Wijzigingen aan het K.B. rond brandveiligheidsvereisten voor gebouwen
Actueel 19 juli 2022

Wijzigingen aan het K.B. rond brandveiligheidsvereisten voor gebouwen

Het koninklijk besluit dat de brandveiligheidsvereisten voor nieuw op te richten gebouwen (en renovaties en uitbreidingen van bestaande gebouwen) oplegt werd onlangs aangepast.

De wijzigingen hebben betrekking op volgende:

  • Update van regels rond parkeergarages, met het oog op de evolutie van materialen gebruikt voor de constructie van wagens. Het is nu ook mogelijk sprinklerinstallatie te voorzien, waar voorheen enkel rook- en warmteafvoerinstallatie werden vermeld.

  • Verduidelijkingen en versoepelingen voor enkele bestaande regels.

  • Nieuwe regels om brandoverslag van gevel naar gevel te beperken.

  • Brandwerende deuren: uitsluitend nog volgens Europese klasseringen.

  • Stookplaatsen: gezien bepalingen rond stookplaatsen uit de norm B 61-001 werden verwijderd, werden dergelijke bepalingen nu in het K.B. opgenomen.

  • Technische lokalen: Voor kleinere technische compartimenten volstaat voortaan een verbinding door middel van een brandwerende deur EI1 60, een sas is niet langer in alle gevallen vereist.

  • En meer: zie hieronder voor details.

Het overgrote deel van de aanpassingen aan het K.B. rond de basisnormen inzake de preventie van brand en ontploffing waaraan gebouwen moeten voldoen behelzen bijkomende mogelijkheden, versoepelingen en verduidelijkingen van de bestaande regels. Deze wijzigingen, die geen verstrenging van de bestaande regels inhouden, gingen op 1 juli 2022 van kracht.

Met het nieuwe K.B. worden echter ook enkele regels verstrengd. Voor deze wijzigingen zijn overgangsbepalingen voorzien: voor bouwvergunningen die aangevraagd werden vóór 1 juli 2022 gelden nog de oude, minder strenge regels.
 

Parkeergarages

De materialen waaruit wagens vervaardigd worden zijn geëvolueerd (vaker kunststoffen). Ook het op de markt komen van wagens die rijden op alternatieve brandstoffen verandert de omstandigheden qua brandveiligheid. Tenslotte zijn er ook tal van bouwkundige innovaties bij de inrichting van parkeergarages. Deze veranderende context maakt het moeilijker voor brandweer om branden in parkeergarages te bedwingen.

De wetgever kon niet achterblijven op deze feiten.

De nieuwe voorschriften houden rekening met de oppervlakte en/of de diepte van de parking. De voorgeschreven maatregelen nemen toe naargelang oppervlakte en/of diepte groter zijn.

Hoewel de nieuwe voorschriften niet specifiek betrekking hebben op de bijzondere risico’s die elektrische voertuigen of voertuigen op waterstof inhouden, kunnen we toch stellen dat de toepassing ervan de risico’s verbonden aan dit soort wagens zal inperken.  Voortaan is het bijvoorbeeld mogelijk een sprinklerinstallatie te voorzien als brandbestrijdingssysteem, waar voorheen enkel gesproken werd over een rook- en warmteafvoerinstallatie.

De vereisten inzake brandreactie van de vloerafwerking van parkeerruimtes werd aangepast van A2FL naar BFL om vloercoatings die kunststoffen bevatten het hoofd te kunnen bieden.
 

Gevels

Bepaalde wijzigingen werden ingevoerd om het risico op brandoverslag van gevel naar gevel in te perken. Aanleiding voor deze wijzigingen was de brand in het Londense Grenfell-flatgebouw die plaatsvond in 2017, waarbij de ontvlambare gevelbekleding een dramatische impact heeft gehad.
Daarenboven werd bij de wijzigingen rekening gehouden met de evolutie naar duurzame en energie-neutrale bouwtechnieken, die ook nieuwe risico’s met zich meebrengen.
 

Brandwerende deuren

De voorschriften rond brandwerende deuren worden aangepast aan de Europese klasseringen. Vanaf 1 juli 2022 zullen enkel de Europese klasseringen nog gelden.

Bijkomende eisen rond vlakheid, maattoleranties, mechanische weerstand en duurzaamheid gelden slechts voor zover er geen CE-markering aangebracht is op de deur.

 

Stookplaatsen

Voorheen was de norm NBN B 61-001 het document waarin de vereisten rond de brandveiligheid van stookplaatsen vervat waren. Met een wijziging werden deze bepalingen echter uit de norm geschrapt.

De voorschriften rond stookplaatsen staan voortaan in het K.B. rond brandveiligheid van gebouwen. Men nam hierbij ook de technologische ontwikkelingen van de laatste jaren in overweging.

Ook hield men rekening met het verbrandingsdebiet (in plaats van het nominaal vermogen) van het verbrandingstoestel, de brandlast van de brandstofopslagruimte en het soort brandstof (gas, vloeibaar of vast).

 

Technische compartimenten

Voor kleinschalige technische compartimenten volstaat voortaan een deur met een brandweerstand van EI1 60. Een sas is niet langer vereist.

 

Trappenhuizen

Een minimale afstand tussen de toegang tot de trappenhuizen is niet langer een vereiste. De uitgangen moeten zich echter wel nog steeds in zones van tegenovergestelde richtingen bevinden.

In middelgrote gebouwen is het niet langer vereist trappenhuizen en liftschachten in afzonderlijke omsluitingen onder te brengen.

 

Uitgang en evacuatiewegen 

Een verbinding tussen twee compartimenten wordt niet beschouwd als uitgang, maar kan wel in rekening worden gebracht bij de berekening van de maximale af te leggen afstand naar de uitgang.

 

Melding, waarschuwing, alarm en brandbestrijdingsmiddelen

De voorschriften inzake melding, waarschuwing, alarm en brandbestrijdingsmiddelen, opgenomen in bijlagen 2/1, 3/1 en 4/1, dienen enkel te worden beschouwd als richtlijnen.

De brandweer krijgt voortaan een ruimere bevoegdheid om deze zelf te bepalen aan de hand van de risico’s in het gebouw en de eigen mogelijkheden.

De bepaling dat elektrische circuits van waarschuwing en alarm van elkaar gescheiden moesten zijn werd geschrapt.

Cohezio kan u helpen bij het opstellen van een brandpreventiebeleid tijdens de studie van een nieuwbouw, renovatie of uitbreiding van een gebouw door vanaf de projectfase rekening te houden met de nieuwe voorschriften die zijn voorgeschreven in de nieuwe versie van het Koninklijk Besluit tot vaststelling van de basisnormen.

Deze wijzigingen moeten ook worden meegenomen in de overwegingen die worden gemaakt bij het opstellen van scenario's voor brandrisicoanalyse, bij het opstellen van ontruimingsplannen en bij het opstellen van het interne noodplan, verplichte documenten (code van welzijn op het werk) die wij regelmatig voor onze cliënten opstellen.

 

Geraadpleegde bronnen

 

Dries VAN CANN en Vincent SALPETEUR