Het instellen van de bureaustoel
23 mei 2016

Het instellen van de bureaustoel

Veel bureaustoelen bieden aanpassingsmogelijkheden waarvan de gebruiker niet altijd op de hoogte is. Nochtans kan een juiste instelling van de stoel een belangrijke rol spelen bij de preventie van rug- en halsklachten.  

1. De stoel instellen aan een bureau verstelbaar in hoogte.

Er zijn twee mogelijkheden : het blad van uw bureau is verstelbaar in hoogte of het blad is niet verstelbaar. In dit artikel spreken we enkel over de situatie waarin het bureaublad verstelbaar is in hoogte.  Het geval waarbij het bureaublad niet verstelbaar is, komt in een volgend artikel aan bod.

Het kan zijn dat uw stoel niet over alle instelopties beschikt waarover in dit artikel wordt gesproken.  Sommige van deze mogelijkheden zijn echter niet onontbeerlijk. Indien de stoel niet over deze mogelijkheden beschikt wil daarom nog niet zeggen dat het de stoel van slechte kwaliteit zou zijn !

Hou rekening met de duur van het dagelijks gebruik. Indien de stoel slechts af en toe voor korte tijd gebruikt wordt, zijn niet alle instellingen die hieronder beschreven worden nodig.

 

2. Vijf stappen

Volg de volgende stappen om de hoogte van de stoel optimaal in te stellen :

 

 

a) Hoogte van het zitvlak

Regel de stoel zo dat de bovenbenen horizontaal gepositioneerd zijn (m.a.w. dat de voeten plat op de vloer komen) of zeer lichtjes naar beneden inclineren. (pijltje 1, figuur 1)

b) Hoogte van de rugleuning

Stel de rugleuning zo in dat de onderrug in aanraking komt met het meest vooruitstekende gedeelte van de rugleuning (pijltje 2, figuur 1).

Zo wordt de druk op de onderste ruggewervels verminderd en wordt het gewicht van de romp grotendeels door de rugleuning ondersteund.

De ronding naar voren in de rugleuning helpt de om een natuurlijke kromming in de wervelkolom (de zogenaamde “lordose”) te bekomen.

c) De zitpositie

Houdt een afstand van ongeveer vier vingers tussen de voorkant van het zitvlak enerzijds en de knieholtes anderzijds. De rug moet tegen de rugleuning blijven (pijltje 3, figuur 1).

Te ver naar achter zitten leidt ertoe dat de knieholtes tegen de voorkant van het zitvlak van de stoel komen, waardoor de bloedsomloop in deze fragiele zone bemoeilijkt kan worden. Te ver naar voor zitten is ook niet ideaal : de bovenbenen worden dan maar gedeeltelijk ondersteund, waardoor de druk zich concentreert in een zwakke zone en de bloedsomloop belemmert. Een belemmering van de bloedsomloop kan leiden tot een gevoel van « zware benen » op het einde van de dag.


Sommige stoelen laten toe de helling van het zitvlak te variëren. Wanneer het zitvlak enigszins naar voren inclineert, kan dit ervoor zorgen dat men meer naar voren zit en dit komt natuurlijke kromming van de wervelkolom (= « lordose ») ten goede.

 

d) Inclinatie van de rugleuning

Ga na of het terugveren van de rugleuning na inclinatie vlot verloopt (pijltje 4, figuur 2). De rugleuning moet steeds de verandering van houding in functie van uw activiteit kunnen volgen : vertikaal om met het toetsenbord te werken en lichtjes naar achteren geïnclineerd om te converseren of telefoneren.  De inclinatie van de romp naar achteren komt de lordose ten goede.

De bedieningshendel bevindt zich vaak onderaan de stoel, soms ook vooraan of aan de zijkant.

Om na te gaan of de de rugleuning na inclinatie vlot terugveert, kan u de volgende test uitvoeren : beweeg het hoofd (of eventueel de armen) naar achter, kom vervolgens weer naar voren. De rugleuning zou vlot moeten meebewegen zonder dat u moeite moet doen en zonder dat u, bij het terug naar voren komen, enkele tellen niet ondersteund wordt. Vaak kan men dit ‘terugveren’ instellen door middel van een hendel die vaster of losser geschroefd kan worden.   

 

 

e) Armleuningen

Plaats de armleuningen op de hoogte van de geplooide ellebogen (pijltje 5 – figuur 1). Indien de spanwijdte van de armleuningen instelbaar is, pas ze dan zo aan dat zij het naderen naar het bureaublad niet belemmeren. De afstand tussen de armleuningen moet ongeveer overeenkomen met uw schouderbreedte. Een te wijde of te smalle afstand verhindert dat de ellebogen gelijk komen te staan met de schouders, en dit laatste kan belastend zijn voor de schouders.

3. Wissel de zithouding af met beweging

Zelfs een goede zithouding kan na zekere tijd pijnlijke gevolgen hebben voor de gewrichten en de bloedsomloop. Actieve pauzes zijn aangewezen : af en toe rechtstaan en een beetje bewegen, een koffie gaan halen, kopies maken, een collega gaan spreken, de trap gebruiken in plaats van de lift, lichamelijke oefeningen. 

 

Jean-Philippe Demaret
Preventieadviseur-ergonoom Cohezio
Licenciaat kinesitherapeut en lichamelijke opvoeding

Bron : Actuascan, mei 2016, nr.4