29 oktober 2025
Wanneer de angst om niet verbonden te zijn onze efficiëntie en ons welzijn op het werk schaadt
Nomofobie (een samenvoeging van ‘no mobile phone phobia‘) verwijst naar de angst die gepaard gaat met het niet bij je hebben van je mobiele telefoon of het niet kunnen gebruiken ervan. Lege batterijen, geen netwerk of gewoon je telefoon vergeten, worden een echte bron van stress en angst.
Deze afhankelijkheid van technologie en onze telefoon wordt sterk gevoed door het fenomeen FOMO (Fear Of Missing Out), ofwel de angst om informatie, een gebeurtenis of een sociale ervaring te missen. De constante angst om zogenaamd belangrijke berichten of meldingen te missen. Deze angst om “iets te missen” heeft te maken met de sociale en informatiegerelateerde druk die ons aanzet tot overconsumptie van content en zo het fenomeen nomofobie versterkt.
Dit nog weinig bekende probleem stelt zich al bij veel werknemers. De angst om een telefoontje, een e-mail of een melding te missen, zorgt ervoor dat sommigen voortdurend geconnecteerd zijn, zelfs buiten de werkuren.
In een professionele wereld waar onmiddellijke beschikbaarheid als een troef wordt gezien, lijkt deze digitale verslaving misschien onschuldig. Maar ze heeft een negatieve invloed op de prestaties, de concentratie, de mentale gezondheid… en het recht op deconnectie, en net dát recht is nochtans in het Codex over het welzijn op het werk vastgelegd.
Gemiddeld 50 tot 100 keer per dag op je smartphone kijken is een alledaagse reflex geworden. Maar wanneer het idee om geen telefoon bij te hebben stress of zelfs angst veroorzaakt, is het niet langer een simpele automatische handeling, maar een echte verslaving.

Bij deze afhankelijkheid spelen verschillende onderliggende mechanismen een rol:
Op de werkvloer wordt deze angst vaak versterkt door:
Hoewel het misschien triviaal lijkt, heeft nomofobie grote impact op de organisatie van het werk, de productiviteit en het welzijn.
Concreet :
Vier goede gewoonten:
1. Analyseer het digitale gebruik in je team en de mate van nomofobie.
Begin met een analyse van de huidige gewoonten van je medewerkers. Die kan je gebruiken om een dialoog op gang te brengen, niet om controle uit te oefenen. Hiervoor kan je je laten inspireren door de schaal van Yildirim & Correia (2015), aangepast in een professionele versie, die een aantal standaardvragen bevat die worden beoordeeld op een schaal van 1 tot 5, of je kan onze zelfdiagnosetool gebruiken (zie hieronder).
2. Stel een collectief kader vast rond ‘goed gebruik’ van digitale technologie.
Zodra de bevindingen zijn vastgesteld, is het de taak van de manager om samen duidelijke en gedeelde regels op te stellen die de betrokkenheid versterken en de impliciete druk verminderen:
Organiseer een samenkomst met je medewerkers om samen volgende zaken te bepalen:
Stel een charter op met het ‘recht om tijdens de werkuren offline te zijn’.
Geef het goede voorbeeld als leidinggevende.
Stel duidelijke grenzen aan professionele communicatie buiten de werkuren.
| Domein | Goede gewoonten |
| E-mails | Plan het versturen van e-mails buiten de werkuren; vermeld in de handtekening: “Berichten die buiten de werkuren worden verstuurd, vereisen geen onmiddellijk antwoord.” |
| Instant messaging | Maak aparte kanalen voor “werk” en “sociaal”; definieer wat echt dringend is. Vraag je medewerkers om hun berichten in het weekend uit te schakelen. |
| Professionele telefoon | Vermijd telefoontjes buiten de werkuren; stel een aparte privételefoon voor. |
| Vergaderingen | Verbied virtuele vergaderingen vóór 8.30 uur en na 17.00 uur; beperk de duur ervan.
Verbied telefoons tijdens vergaderingen, behalve in dringende gevallen. |
3. Evalueer de situatie.
4. Geef het goede voorbeeld.
Leidinggeven door het goede voorbeeld te geven is cruciaal:
Als de manager zich aan deze regels houdt, heeft het team meer het gevoel dat ze dit ook mogen doen.
Vraag je je af of je (of je collega’s) nomofoob bent?
Hier zijn enkele indicatoren om te weten of je (of iemand in je professionele omgeving) mogelijk nomofoob bent:
| Gedrag | Ja | Nee |
| Ik kijk meteen op mijn telefoon als ik wakker word. | ||
| Ik voel me onrustig als ik mijn telefoon niet bij de hand heb. | ||
| Ik check mijn zakelijke e-mails meerdere keren ’s avonds of in het weekend. | ||
| Ik reageer onmiddellijk op elke melding. | ||
| Ik houd mijn telefoon naast me tijdens vergaderingen of gesprekken. | ||
| Ik zet mijn telefoon zelden (of nooit) uit, zelfs ’s nachts niet. |
Resultaten:
Goede gewoonten: Moedig je medewerkers aan om deze test te doen tijdens welzijnssessies of trainingen in digitaal beheer. Voor een uitgebreide test kun je de test van Thierry le Fur raadplegen.
Nomofobie is niet onvermijdelijk. We kunnen zowel individueel als collectief actie ondernemen om een gezonde relatie te hebben met onze telefoon.

Good practices:
Organiseer een ‘week zonder meldingen’ of workshops rond digitale detox om nieuwe collectieve reflexen te ontwikkelen.
Naar een meer verantwoorde digitale cultuur :
Nomofobie wijst op een groter onevenwicht: dat van onze relatie tot tijd, prestaties en beschikbaarheid. In bedrijven is het herzien van ons smartphonegebruik een concrete hefboom om zowel het welzijn van de medewerkers als de collectieve efficiëntie te verbeteren.
Want loskoppelen betekent niet dat je je verantwoordelijkheden ontloopt: het betekent dat je voor jezelf grenzen stelt om zo uiteindelijk rustiger, duurzamer en op een menselijkere manier te kunnen werken.
Kom hier meer te weten over onze opleidingen rond deconnectie:
Deconnectie, de sleutel tot welzijn op het werk: bewustmaking van werknemers
Deconnectie: een nieuwe tool voor verantwoordelijk management om welzijn te bevorderen