back-arrow 16 juni 2017

Beschermingsmaatregelen voor de zwangere werkneemster: moederschapsrust

Een zwangere werkneemster kan genieten van een moederschapsrust van 15 weken.  De moederschapsrust bestaat uit twee periodes.  Enerzijds kan de werkneemster genieten van een rust vóór de bevalling (prenatale rust), anderzijds van een rust die begint vanaf de dag van de bevalling (postnatale rust).

vakantie-flexmail

Prenatale rust

De duur van de prenatale rust bedraagt zes weken. Dit betekent dat de zwangere werkneemster vanaf de zesde week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum kan vragen om de arbeidsovereenkomst te schorsen. Dit kan opgetrokken worden tot acht weken indien het gaat om een meerling.

Er is evenwel geen verplichting om de volledige zes of acht weken thuis te blijven. De werkneemster beslist zelf wanneer ze haar rust opneemt behalve de laatste week voor de vermoedelijke datum van de bevalling. De laatste week voor de bevalling is de werkneemster dus verplicht om thuis te blijven van het werk. De vijf of zeven overige weken kan zij dus overdragen en opnemen als postnatale rust.

Postnatale rust

De postnatale rust duurt negen weken en begint te lopen vanaf de dag van de bevalling. Vanaf dat ogenblik is het voor de werkgever uitdrukkelijk verboden om de werkneemster terug aan het werk te zetten.

Indien de werkneemster nog heeft gewerkt voor de dag van de bevalling, zal de postnatale rust verlengd worden met eenzelfde periode, weliswaar beperkt tot vijf of zeven weken.

Bijkomende postnatale rust bij een meerlinggeboorte

De werkneemster kan na afloop van de postnatale rust (eventueel verlengd met de niet opgenomen prenatale rust), in geval van een meerlinggeboorte, nog een verlenging vragen voor twee weken.

 

Bron : Arbeidswet van 16 maart 1971

Terug naar het dossier “Zwangerschap en werk

 

 

Geactualiseerd op 16/6/2025.