20 oktober 2025
De overgang naar het winteruur lijkt een detail, maar je voelt het wel degelijk in je slaapritme. Gelukkig hoef je daar niet zenuwachtig over te zijn: met een paar eenvoudige gewoontes hou je je slaap gezond.
Volgend weekend draaien we de klok een uur terug. Voor sommigen betekent dat een extra uurtje slaap, voor anderen een verstoord ritme en slaperige ochtenden. Eén ding is zeker: onze nachtrust staat steeds vaker onder druk. Van scrollen op de smartphone tot stressvolle werkdagen of warmte-opwellingen door de menopauze, goed slapen lijkt soms een uitdaging. Maar geen paniek: beter slapen begint vaak met kleine, haalbare gewoontes.
Nog steeds heerst er veel onduidelijkheid rond slaap. In slaap vallen voor de tv? Dat is helemaal geen ramp. Eén of twee wat slechtere nachten per week met tot 30 minuten wakker ‘s nachts? Ook dat is normaal. Zelfs een periode van tijdelijk slaaptekort hoeft geen probleem te zijn, zolang je overdag nog goed functioneert. De belangrijkste tip van experts: maak je niet nerveus over je slaap. Stress over het niet slapen is vaak schadelijker dan het slaapgebrek zelf. Door te stressen over je slaap (‘s avonds, ‘s nachts, ‘s ochtends), slaap je vaak net slechter. Je lichaam maakt dan adrenaline aan die je brein wakker houdt.
Gemiddeld hebben volwassenen 7 tot 9 uur slaap nodig. Toch verschilt dit van persoon tot persoon: sommige mensen (10-15%) zijn van nature kortslapers, anderen (10-15%) hebben meer uren nodig. Ook je fysieke en mentale activiteit overdag speelt een rol. En vergeet niet, elke nacht is verschillend.
Hoewel het verleidelijk klinkt, snoozen is geen goed idee. Je slaap is dan toch oppervlakkiger en je voelt je vaak slomer. Het is beter om meteen op te staan. Een wekker met vogelgeluiden of een inslaapwekker lijkt misschien aangenaam, maar vaak maakt een regelmatige slaaptijd meer verschil dan het type geluid waarmee je wakker wordt.
Een smartwatch die je slaap meet? Leuk gadget, maar vaak eerder bron van stress dan van rust. Hetzelfde geldt voor je smartphone in de slaapkamer. Laat hem beter buiten, en vermijd blauw licht minstens 1 uur voor het slapengaan. Zo geef je je brein de kans om écht tot rust te komen.
Een slechte nacht? Niet erg. Een maandje minder slaap? Blijf positief. Enkel bij chronisch slaaptekort langer dan drie maanden, én wanneer je merkt dat je niet meer goed functioneert overdag, is het nodig professionele hulp te zoeken. Vermijd in tussentijd slaapmiddelen: daarmee bedoelen we benzodiazepines en Z-medicatie.
De overgang naar het winteruur kan even wennen zijn, maar met enkele eenvoudige gewoontes maak je van slaap weer een bondgenoot. Maak je vooral niet te snel druk. Slapen is geen prestatie, maar een natuurlijk proces. En hoe relaxter je ermee omgaat, hoe beter je nachten vaak worden.