Hoe kunnen we besmetting door aerosolen voorkomen ?
Thematische artikels 26 november 2020

Hoe kunnen we besmetting door aerosolen voorkomen ?

Wat is aerosol? Is dit belangrijk? 

Overdracht van het virus kan gebeuren op volgende manieren: 

  • Indirect contact: via besmette voorwerpen wordt het virus op de handen overgedragen waarna het naar mond, neus of ogen wordt gebracht

  • Direct contact: rechtstreeks besmetting door handen schudden, omhelzing, knuffels,…

  • Druppels > 5-10 micrometer: worden uitgestoten bij hoesten, niezen, stil praten, … De druppels zakken (na enkele seconden) zeer snel neer en kunnen geen afstanden > 1,5 meter overbruggen. Afstand houden is een belangrijke maatregel om besmetting langs deze weg te voorkomen. Maar in geval van luchtstromen (buiten in de wachtrij, of binnen onder invloed van ventilatoren,…) kunnen deze druppels eventueel wel grotere afstanden dan 1,5 meter overbruggen vooraleer ze neerdalen. Deze druppels kan men best vergelijken met confetti. Deze besmettingsroute wordt nog steeds als de belangrijkste beschouwd door vele instanties.

  • Microdruppels < 5 micrometer (aerosol): deze worden uitgestoten bij (luid) praten, niezen, mogelijk ook door hevig sporten,… Aerosol zakt niet snel neer en kan uren blijven zweven. Aerosol zal afstanden van meer dan 1,5 meter overbruggen. Microdruppels kunnen ook meegevoerd worden met luchtstromen en zullen traag neerdalen, en kunnen dus eventueel meegevoerd worden met ventilatiekanalen. In tegenstelling tot sommige bacteriën of schimmels kan het virus zich echter niet vermenigvuldigen (kweken) in ventilatiekanalen. Aerosol kan men best vergelijken met pollen. .

Meer en meer wordt duidelijk dat ook de aerosolbesmetting een belangrijke besmettingsroute is. Ze kan immers ook grote afstanden overbruggen.


Hoe ontstaat aerosol ?

Aerosol ontstaat door besmet speeksel en slijm dat aanwezig is op onze stembanden. Vooral bij (luid) praten en zingen gaan de stembanden hevig trillen. Daarbij gaan er snelle luchtstromen langsheen de stembanden passeren waardoor er druppels kunnen worden verneveld. Hoe heviger het trillen van de stembanden, hoe meer nevel (aerosol) wordt gevormd. Vooral bij niezen en mogelijk ook door hevig ademen bij sporten zijn er ook snelle luchtstromen aan het werk die de druppels omvormen tot microdruppels. Aerosol kan ook gevormd en verspreid worden door elektrische handdrogers en mogelijks ook door doorspoelen van het toilet. Ook bij normaal praten en ademen is de vorming van aerosol niet helemaal uitgesloten.

Afbeelding 1 : vorming van microdruppels op de stembanden zoals bijvoorbeeld bij zingen (bron: Loudon RG et Am Rev Respir Dis. 1968 Aug;98(2):297-300) 

Gelukkig worden de microdruppels en het virus zelf geïnactiveerd of vallen ze uiteen onder invloed van verdamping, wind en absorberende oppervlakken die de microdruppels of het virus zelf aantasten. 


Hoe kunnen we besmetting door aerosol voorkomen?

Hoe groter de concentratie aan aerosol, hoe groter de kans op besmetting door aerosol. We moeten dus de concentratie van aerosol zo laag mogelijk houden. Dat kunnen we doen door:

  • Maskers te dragen​
  • Bezetting in het lokaal zo laag mogelijk houden (telewerk, videoconferenties)​
  • Zo groot mogelijke lokalen gebruiken, eventueel buiten vergaderen
  • Afstand > 1,5 meter houden. Dit blijft belangrijk ook in kader van aerosolbesmetting. Een besmettelijk persoon zal immers niet alleen aerosol maar ook grote druppels verspreiden. Hoe dichter bij de besmettelijke persoon, hoe meer blootstelling aan aerosol.
  • Specifiek in sanitaire voorzieningen:
    • Voor alle zekerheid het WC deksel steeds sluiten voor men doorspoelt
    • Elektrische handdrogers vervangen door papierdispensers 
  • Ventileren en verluchten met als doel, in volgorde van prioriteit:
    • de virusconcentratie in de lokalen verminderen
    • de luchtsnelheid (concentratie) ter hoogte van de ademzone van de werknemers beperken.

 

Ventileren en verluchten

  • Het volstaat dus niet om te ventileren/verluchten, ook de andere maatregelen dienen te worden genomen.
  • Met verluchten bedoelt men: gedurende een periode ramen en deuren die in contact staan met de buitenlucht wijd open zetten. In vergaderzalen wordt aangeraden zo vaak als mogelijk te verluchten en minstens 5 minuten voor en na de vergadering. 
  • Bij ventileren ververs je voortdurend de lucht, kunstmatig (mechanisch) of natuurlijk (ramen). Zo laat je de vervuilde binnenlucht naar buiten stromen en vervang je ze door minder verontreinigde buitenlucht. Een goede ventilatie is effectiever om overdracht van het coronavirus te voorkomen in vergelijking met verluchten omdat je voortdurend de aersol concentratie zo laag mogelijk houdt.

 

Hoeveel ventileren?

Hoeveel men moet ventileren om de concentratie aan aerosol te verminderen, hangt af van verschillende factoren:

  • Wettelijk: een minimum ventilatiedebiet van 40m3 per uur per werknemer* is voorzien. Het ventilatiedebiet kan men afleiden uit het technisch dossier van de installatie.
  • De CO2 concentratie moet zo laag mogelijk (< 900ppm*) gehouden worden om lichamelijke klachten (concentratiestoornissen, hoofdpijn,…) te vermijden. Overigens een verplichting tot dragen van mondmaskers verandert niets aan deze wettelijke grenswaarden.
  • Een CO2-meting over een voldoende lange termijn is aangewezen. Tijdens het gebruik van het lokaal geeft dit eenvoudig en objectief weer in hoeverre een lokaal voldoende geventileerd is voor de huidige bezettingsgraad.
  • Het aantal personen aanwezig in het lokaal. Elke persoon kan jammer genoeg besmet geraken en kan voor een bepaalde tijd een potentiële verspreider van het virus worden. Elke werknemer is ook een CO2 “fabriekje”: we ademen zuurstof in en ademen CO2 uit.
  • De activiteit in het lokaal. In Frankrijk wordt daarom voor lokalen met lichte fysieke activiteit met meer CO2 productie dan bij kantoorwerk een debiet van 45 m3 per uur per werknemer aanbevolen, bij nog zwaardere fysieke activiteit zelfs 60m3 per uur.
  • Verder dient men rekening te houden met de bepaling van Codex Boek V Titel 1 met betrekking tot de thermische omgevingsfactoren

 

Hoe frequent natuurlijk verluchten?

  • Concreet moet men dus de mechanische ventilatie zo hoog mogelijk instellen én zo frequent mogelijk natuurlijk verluchten, bijvoorbeeld elk uur een 5-tal minuten.
  • Verdere richtlijnen met betrekking tot natuurlijk verluchten
    • Hoe frequenter, hoe beter. Beter elk uur dan enkel tijdens de middagpauze!
    • Hoe beter de mechanische ventilatie, hoe minder lang dit zal nodig zijn
    • Ligging ramen: aan tegenovergestelde zijden van het lokaal leidt tot meer verluchting

  • Een raam én een deur aan tegenovergestelde zijde is aangewezen en kan tot 10 maal meer verluchting leiden dan enkel het raam aan één zijde, als de gang ook verlucht is én de afstand niet te groot is tussen raam en deur.
  • De raamopening (kipstand of helemaal open,…): de verluchting is evenredig met de grootte van de opening. Een raam dat voor de helft geopend is, leidt tot 50 % verluchtingsdebiet ten opzichte van een volledig geopend raam.
  • Sommige gebouwen beschikken over zeer performante ventilatiesystemen, waardoor de ramen openen tegenaangewezen is. Het is ook mogelijk dat het gebouw ligt in een zone met erg veel luchtvervuiling of nog dat het gebouw erg hoog is, waardoor ramen openen eveneens tegenaangewezen is

Afbeelding 2 : Typisch aantal luchtverversingen per uur in verschillende situaties (bron: Hoge Gezondheidsraad nr. 9599, mei 2020), alsook de typische tijdsduur die nodig is om 90% van de mogelijke aerosol te verwijderen. 


Mondmaskers verminderen de uitstoot van aerosol en verminderen zo de kans op besmetting door aerosol. Mondmaskers zijn dus zeker aangewezen voor het grootst mogelijke deel van de arbeidstijd. Zelfs wanneer men afstand houdt, in het bijzonder bij praten bijvoorbeeld in de koffieruimte, refter,… is de vorming van aerosol mogelijk. Het masker dient enkel afgezet te worden bij eten en drinken.

 

Dr Mathieu VERSEE,
Arbeidsarts en Wetenschappelijk directeur
 E-mail : mathieu.versee@cohezio.be 

* Wettelijke regels voor CO2 concentratie en ventilatie (Artikelen III.1-34 tot III.1-36 van de codex over het welzijn op het werk): 900 ppm CO2 en dit voor 95% van de tijd berekend over maximaal 8 uur , of een ventilatiedebiet van 40 m3 per uur per persoon. Er is een bijkomende verplichting tot het uitvoeren van een risicoanalyse voor alle verontreinigingsbronnen van de binnenluchtkwaliteit, niet alleen voor CO2. Daarnaast zijn er uitzonderlijke alternatieve grenswaarden – enkel bij eliminatie van alle verontreinigingsbronnen buiten de mens en advies van CPBW en preventieadviseur - van 1200 ppm CO2 of een ventilatiedebiet van slechts 25 m3 per uur per persoon.

 

Geraadpleegde bronnen

  • Advies nr. 9599 van de Hoge Gezondheidsraad, Mei 2020
  • WHO, Considerations for quarantine of contacts of COVID-19 cases, Interim guidance, 19 augustus 2020

  • INRS, Focus – Covid-19 : ventilation, chauffage, climatisation, 12 oktober 2020
  • Haut Conseil de la santé publique (France), avis relatif à l’utilisation des appareils de chauffage dans le contexte de l’épidémie de Covid-19, 14 oktober 2020
  • Sciensano COVID-19 fact sheet, 21/09/2020
  • Ventilatierichtlijnen Vlaams Onderwijs, 23/10/2020