Recht op klein verlet voor het toedienen van het vaccin tegen COVID-19
Wetgeving 13 april 2021

Recht op klein verlet voor het toedienen van het vaccin tegen COVID-19

Sinds 9 april 2021 heeft iedere werknemer, het recht om van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn normaal loon, met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID19.  Dit recht geldt enkel voor de personen die met een werkgever verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst. 

De werknemer mag van het werk afwezig zijn voor de tijd die nodig is voor de vaccinatie. Dit geldt eveneens voor de tijd die nodig is om zich naar en van het vaccinatiecentrum te begeven. Het gaat enkel om de vaccinatie zelf.  Indien de werknemer ziek zou worden als gevolg van het vaccin, heeft de werknemer recht op het gewaarborgd loon omwille van ziekte. 

Om gerechtigd te zijn op het loon moet de werknemer de werkgever vooraf verwittigen en zo spoedig mogelijk vanaf het tijdstip of tijdsslot van de vaccinatie voor hem bekend is. Op verzoek van de werkgever dient de werknemer hiervan het bewijs voor te leggen. Het voorleggen van de bevestiging van de afspraak om op een bepaald tijdstip aanwezig te zijn op een plaats waar de vaccinatie wordt toegediend, geldt als voldoende bewijs. Het is de werkgever niet toegelaten hiervan een kopie te nemen.

De werkgever kan de afwezigheid enkel registreren als klein verlet, zonder vermelding van de reden hiervan. 

Het recht op klein verlet geldt tot 31 december 2021.

Bron:  Wet van 28 maart 2021 houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19, Belgisch staatsblad van 9 april 2021.

 

Meer info